Hendrik Steenbergen

Bron: Werner ten Kate, Genealogie Steenbergen op Zuidwolde (citaatnummers refereren aan deze bron)

vermeld te Zuidwolde 1417 tot 1431, schulte van Zuidwolde 1417-1431. Hendrik wordt vermeld op 16 maart 141727, 15 april 142028, 14 juni 142029, 19 augustus 142030, 6 juni 143031 en 19 augustus 143132. In de oorkonde van 1417 treedt hij op als schulte van Zuidwolde en is daarmee de eerste schulte van Zuidwolde wiens naam we kennen. Algemeen wordt aangenomen dat sinds het herstel van het landsheerlijk gezag in 1395 schulten optreden als bisschoppelijk functionaris en door de bisschop worden benoemd33. Als leenman van de heer van Ruinen was hij achterleenman van de bisschop en het is goed mogelijk dat dit een rol heeft gespeeld bij de bisschoppelijke keuze voor een schulte. In de jaren 1430 en 1431 voert Hendrik Steenbergen een proces voor de Etstoel tegen Johan ten Water, dat hij dan nog schulte is blijkt uit het vonnis dat "Hinrick en nye rochte ansetten sall". Het houden van een 'rocht' - een getuigenverhoor of rechtszitting in een buurtschap - is een exclusieve bevoegdheid van de schulte. Ook uit een vonnis van de Etstoel in 1420 kunnen we afleiden dat hij schulte was, hem wordt dan verweten dat hij "de buere heft doen daegen buten den sentstoel". Kennelijk heeft Hendrik Steenbergen als schulte op een 'rocht' recht gesproken over een zaak die was voorbehouden aan de seendstoel (kerkelijke rechtbank). Hij moest daarvoor een "broke" - een boete - betalen. Op de pinksterlotting van de Etstoel op 24 mei 141234 procedeert "Steenbergens sonne", dit kan Hendrik maar ook diens broer Roelof zijn geweest. Hendrik Steenbergen is mogelijk identiek aan Heyne Steenbergen die op 30 mei 144735, 19 augustus 144736 en 10 april 145837 wordt vermeld.

[Einde citaat]

1 Kind (of van zijn broer Roelof): Engelbert.¹